donderdag 9 augustus 2007

Aparte luchtjes

Wie door Luanda loopt ruikt op elke hoek weer nieuwe geuren. Die van schone was of gebakken varken, maar ook die van rottende vuilnis en urine. Tijdens ons bezoek aan de markten van Conguelenses en Sao Paulo hebben we met opgetrokken broeken ons een weg door de smurrie gebaand. Op de geur van etens- en parfumstandjes na, hing er een zware lucht van vuil en modder. Hoe houden de vrouwen die hun spullen elke dag verkopen tussen de prut het vol?!

Een van jullie vertelde ons voordat wij vertrokken dat als er iets was wat ze graag in Angola zou willen veranderen, dan was dat de vuilnis. Ik moest daar toen om lachen, maar nu begrijp ik het! Ook ik zou dat graag willen veranderen. Wanneer je mensen hun papiertjes en flessen op straat ziet gooien en kinderen zonder schoenen op de straten ziet spelen, vraag je je af hoe je gezond blijft in deze stad.
Maar er is hoop! Ik heb vuilniswagens gezien. Niet veel, maar toch een aantal, vooral langs de grote wegen. Mannen met kapjes voor hun mond scheppen alle troep in de wagens.
En de jongeren die inmiddels zijn teruggekeerd proberen ook een steentje bij te dragen. Zij gooien hun afval niet meer op straat, maar bewaren het tot ze thuis zijn. Hun vrienden lachen hen dan uit: ''Ben je nu ineens anders dan wij omdat je in het Westen bent geweest? Gooi het gewoon op straat!'' Gelukkig doen de meesten dat toch niet. Er ligt al meer dan genoeg op de straat.

De harde werkers van Luanda

Door de moeilijke omstandigheden in Luanda wonen veel kinderen op straat. Een paar van die kinderen hebben gewoon ouders die tot hun spijt niet voor hun kinderen kunnen zorgen. Andere straatkinderen zijn wees en hebben vaak gewoonweg niemand. Voor die laatste groep komt het er op neer dat zij niet alleen aan eten moeten zien te komen maar ook aan een nieuwe familie. Kinderen mogen volgens het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind niet werken omdat zij hun tijd moeten besteden aan leren, spelen en kind zijn. Ja hoor… gold dat maar voor iedereen. Die rechten zijn vaak van toepassing voor kinderen die het getroffen hebben, zoals ik in mijn kindertijd.

Wij zijn boodschappen gaan doen op de plaatselijk markt. De jongen die boodschappentassen verkocht, was niet ouder dan elf jaar. Hij liep maar achter ons aan om van zijn twee laatste tasjes af te komen. Wij probeerde hem te negeren (we hadden namelijk echt geen tassen nodig) maar hij bleef ons gewoon volgen. Uit machtloosheid vroeg ik aan hem of hij niet naar school moest. Hij keek me aan en zei: ik moet zo, maar als ik van school kom, wil ik wel kunnen eten. We hebben hem geld gegeven voor die twee overige tasjes en hem naar school gestuurd.
Na verder te hebben gevraagd, kwamen wij er achter dat hij niet de enige is: sommige jochies werken als combradores (geld-inners) in de taxi’s (de blauwe busjes), anderen als schoenenpoetsers, baggagedragers, autowassers en sommigen in de prostitutie. Dat alles om te kunnen overleven. Dat wij tegen kinderarbeid zijn is overduidelijk, maar als wij die kinderen hier zien werken, dat zelfverzekerde gezichtje en de behendigheid in hun vak; de hoop om te winnen en de zin om door te gaan, voelen wij ons werkelijk mietjes.

Een paar van hen zullen het echt halen en iets van hun leven kunnen maken. Anderen zullen altijd moeite moeten blijven doen, maar het proberen hebben zij in ieder geval wel gedaan…

Wie kinderarbeid volledig wil uitbannen, kan proberen om een paar van die kinderen in huis te nemen, al is het maar om een opleiding te volgen.

dinsdag 7 augustus 2007

Tot in de vroege uurtjes….


Dat Angolezen van feestjes houden was ons in Nederland al duidelijk. Vlak voordat we vertrokken, hebben we in een Portugese club in Amsterdam nog met een grote groep gegeten, gelachen en gedanst.
Hier in Luanda is er elk weekend wat te doen. Je hoef je niet te vervelen, want er zijn overal feestjes waar vrienden je mee naar toe nemen. Bij mensen thuis of in discotheken als Chiwawa en Bingo. Kies je voor een discotheek met airco? Dan is het belangrijk contacten te hebben met mensen die over vervoer beschikken. Tax-busjes zijn er ’s nachts niet meer en lopen wordt niet aangeraden. Wanneer je het veiliger vindt om bij iemand thuis je moves te laten zien, vergeet dan niet wat mee te nemen. Met lege handen aankomen is not done. Neem wijn mee, bier, of iets te eten als cake of een salade.
En als je het echte dansleven van Angola wil zien, hou dan Bairro Prenda in de gaten. In Prenda staan verschillende flats, waar feesten worden georganiseerd op de daken: in de open lucht. Al vroeg in de middag wordt het geluid getest en de verlichting opgehangen. De muziek is in alle huiskamers van Prenda te horen. Je kunt het beste meefeesten of ergens gaan logeren. Slapen is die avond geen optie.

We hebben in Nederland met diverse jongeren gesproken die een bedrijfje in de muziek willen opzetten. Jullie plannen zijn hier enthousiast ontvangen! Veel mensen zijn op zoek naar DJ’s met eigen apparatuur en een brede muziekcollectie: van kizomba en salsa tot 50cent en Gloria Estefan. Ook zijn er diverse studio’s waar mensen hun eigen muziek maken. We zijn nog op zoek naar leuke cd’s om mee te nemen naar Nederland. Hebben jullie nog tips?!

Gekke boeken


Op zoek naar leuke boeken over Angola, hebben we diverse boekwinkels in de stad bezocht. De winkels verkopen van alles: schoolboeken, romans, de avonturen van Harry Potter, gedichten van Augostinho Neto, maar ook heel veel gekke boeken. We hebben ons echt verbaasd over een boek dat instructies geeft over aqua-aerobics. Wie zou daar interesse in hebben?! Zijn er Angolezen die met dit boek naar het openbare zwembad gaan en rustig in een hoekje alle oefeningen uitvoeren? En hoe komt zo’n boek in Angola? Wie heeft bedacht dat dit wellicht een nieuwe rage zou worden?
Een ander opvallend boek was een bestseller over boulimia, een eetstoornis die toch vooral het Westen lijkt te treffen. Worden in Angola inmiddels meisjes ook zo beïnvloed door de modebladen en graatmagere modellen?
In weer een andere winkel vinden we een plank met boekjes over de Sterren, Jack Nicholson, Sean Connery etc. De omslag toont de heren in hun jongere jaren, met frisse gezichten.

Het is vreemd dit soort boeken in de stoffige kasten te zien liggen. We vragen ons af hoe lang die boeken daar al liggen en wie daar interesse in heeft. Eigenlijk wilden we dat vragen aan het personeel, maar na het nemen van de foto werden we subtiel de winkel uitgewerkt. Desculpe…!

Chinangola


Al in Nederland hadden we gehoord dat het straatbeeld in Luanda ‘ver-chineest’. Steeds meer Chinese bedrijven tonen interesse in de Angolese markt, vooral die van de constructie en de bouw. En inderdaad: al tijdens de eerste dagen in Luanda zagen we verschillende grote bouwprojecten, uitgevoerd door Chinese aannemers. Inmiddels hebben we via diverse mensen begrepen dat deze bedrijven Chinezen laten invliegen om werkgelegenheid te creëren voor het thuisland. Dagelijks komen er tientallen nieuwe werknemers aan op het vliegveld van Luanda. De immigratiedienst heeft er een dagtaak aan om alle werkvergunningen in orde te maken.
We horen ook dat Angola steeds strenger wordt ten aanzien van buitenlandse werknemers. Zo mogen de Chinezen maximaal 30 procent van hun personeel uit China halen. De andere 70 procent moeten ze in Angola werven. Ook wordt er zorgvuldig naar de aanvragen voor werkvergunningen gekeken. Dat kost veel tijd en bedrijven moeten dan ook lang wachten voordat ze in Angola aan de slag kunnen.
Chinezen houden overigens niet alleen van bouwen, maar ook van karaoke… Het zingen staat bij onze Chinese buren bijna elke avond op het programma. Met veel enthousiasme, maar vooral HEEL erg vals brullen ze in de microfoon Chinese versies van KLB, Hava Naquila en andere nummers. We beginnen er al aan te wennen en moeten er eigenlijk wel om lachen. Ook zij zoeken hun eigen weg in het integratieproces.